Voeding

De voeding van een pup

Voor een pup is een goede voeding belangrijk. Een pup groeit in de eerste maanden van zijn leven heel hard. Daarnaast moeten ze ook heel veel leren. Het is belangrijk dat ze hierin ondersteund worden door een goede voeding.

Er zijn veel verschillende hondenrassen, wisselend van een chihuahua van 1 kg tot een Duitse dog van 80 kg. Het is dus ook logisch dat er voor de verschillende rassen verschillende eisen aan de voeding gesteld wordt.

Daarnaast is het zo dat het per ras ook verschilt hoe lang een hond door blijft groeien. Kleine rassen zijn veel sneller uitgegroeid dan grote rassen, en kunnen dus ook eerder over op een voeding voor volwassen honden. Aangezien er een groot verschil is in groei is het ook logisch dat de voeding van een kleine hond anders van samenstelling moet zijn dan die van een grote hond.

Doordat grote rassen veel harder moeten groeien dan kleine honden zien we sneller groeiproblemen bij deze rassen. Snel groeien betekent niet automatisch dat dit het beste is voor een hond. Snelle groei kan bijvoorbeeld leiden tot botproblemen, zoals elleboogproblemen of groeipijn. Het is dus belangrijk dat een groeiende pup niet te veel voeding krijgt en dat de voeding ook uitgebalanceerd is. Een voorbeeld hiervan is dat het calciumgehalte in het voer niet te hoog is.

Daarnaast is het belangrijk om de groei van uw pup in de gaten te houden om de hoeveelheid voeding hierop af te kunnen stemmen. Wat er op een verpakking staat is een richtlijn, sommige honden hebben meer nodig, andere juist weer minder. Daarom is het verstandig om elke maand even uw pup te laten wegen in het eerste jaar, en dan vooral in de eerste 6 maanden als de grootste groei plaats vindt. Op die manier kunnen we goed in de gaten houden of uw pup niet te snel groeit en of hij of zij niet te dik of te dun is. Het te dik zijn op jonge leeftijd geeft veel problemen op latere leeftijd. Daarnaast leert een pup op die manier dat de dierenkliniek niet vervelend is om naar toe te gaan.

Wat is een goede voeding?

Er zijn heel veel verschillende voedingen op de markt en ook net zoveel meningen over wat het beste voer voor een pup is. Het is niet zo dat 1 voer het beste is. Waar we normaal naar kijken is of een dier het goed doet op een bepaalde voeding. Dat houdt in dat een dier energiek is, goed groeit (maar niet te hard groeit), goede ontlasting heeft, een glanzende vacht heeft en goed eet.

Maar daarnaast willen we voor de grotere rassen wel graag de voeding controleren op het calciumgehalte. Bij een te hoog en te laag calciumgehalte adviseren we om van voeding te veranderen, om problemen in de toekomst te voorkomen.

Er zijn dus heel veel voedingen op markt en heel veel meningen. Wij adviseren om honden volledige hondenvoeding te geven. Daarnaast mag natuurlijk altijd wat extra gegeven worden zoals een (stukje) boterham. Maar dit moet een extra traktatie zijn en niet de gewone voeding vervangen. Verder moet erop gelet worden dat een dier niet te veel calorieƫn binnenkrijgt op die manier en daardoor te dik wordt.

Verse voeding versus brokvoeding

Tegenwoordig zijn er steeds meer verhalen dat verse voeding veel beter is voor de hond, omdat dit natuurlijker is. Verder wordt er regelmatig gezegd dat een hond geen koolhydraten moet krijgen, omdat ze hier niks mee kunnen. In brokken zit over het algemeen een hoger gehalte aan koolhydraten. Nu is uit onderzoek gebleken dat een hond heel goed in staat is om koolhydraten te verteren. Het gehalte aan koolhydraten is dus geen reden om geen brokken te gaan voeren.

De keuze voor vers vlees of brokken is een persoonlijke keuze. Er zijn wel een aantal punten waar op gelet moet worden. Als u van plan bent om zelf eten te gaan bereiden voor uw hond (het BARF voeren) dan is het belangrijk dat het dieet goed uitgebalanceerd is. Het grootste risico van het zelf eten maken is dat er tekorten op gaan treden die op langere termijn tot gezondheidsproblemen kunnen leiden.

Naast het zelf bereiden zijn er tegenwoordig ook steeds meer voorbereide verse voedingen op de markt. Over het algemeen zijn deze voeding uitgebalanceerd en compleet. Bij twijfel is het goed om de samenstelling van de voeding mee te nemen en door ons het te laten controleren.

Het voeren van vers vlees aan jonge dieren vinden wij minder verstandig. In het verse vlees zitten regelmatig ziekteverwekkers zoals campylobacter en salmonella. Bij volwassen honden leidt dit niet vaak tot ziekte, maar pups hebben nog een ontwikkelend maagdarmkanaal en kunnen er eerder ziek van worden. Verder heeft het ook een risico voor de volksgezondheid, aangezien mensen en dan met name de jonge kinderen, de ouderen en zwangeren hier ook ziek van kunnen worden.

Verder is het gehalte aan calcium vaak te hoog bij het verse vlees waardoor het niet geschikt is voor pups van grotere rassen.

Wij zijn dus zeker geen tegenstander van het voeren van vers vlees, maar het is wel goed om realiseren dat er ook een aantal nadelen aan kunnen zitten.

Hoe vaak moet een pup eten?

Het is verstandig om een hond te leren maaltijden te eten. Dus niet de hele dag een bak brokken te laten staan. Op die manier is er meer controle over hoeveel eten een dier binnenkrijgt.

De basisregel voor de hoeveelheid maaltijden is tot 12 weken 4x per dag eten, daarna terug naar 3x per dag tot een half jaar. Daarna kan teruggegaan worden naar 2x per dag eten.

Nu kan per dier de situatie verschillen. Zo zijn er honden die gewoon niet in 1 keer hun bak leegeten, maar zelf regelen hoeveel ze eten en hoeveel ze nodig hebben. Zolang een hond niet te dik is, is het prima om dan de bak langer te laten staan.

Ook zijn er honden die bijvoorbeeld te hard groeien en dan kan er voor gekozen worden om al eerder terug te gaan naar minder voedingen.

Naast het eten moet een pup altijd beschikking hebben over voldoende vers drinkwater.

Reacties zijn gesloten.