Bij konijnen komen heel regelmatig baarmoederproblemen voor. Dit kan variëren van baarmoederontsteking tot baarmoederkanker. Dit is de meest voorkomende kanker bij konijnen en er wordt gedacht dat zeker 80% van de voedsters die ouder zijn dan 4-5 jaar last hebben van baarmoederkanker. Het is een langzaam groeiende vorm van kanker, die zich eerst in de baarmoeder uitbreidt en daarna vaak uitzaait naar de longen.
Bij konijnen die regelmatig bij de dierenarts komen, bijvoorbeeld voor de jaarlijkse gezondheidscontrole en vaccinatie, kan soms een harde dikte in de buik gevoeld worden terwijl het konijn nog geen klachten heeft. Klachten die in een wat later stadium op kunnen optreden zijn bloedverlies in het hok of bloedverlies bij of na het plassen. En in een nog later stadium kan er ook sprake zijn van benauwdheid als het uitgezaaid is naar de longen.
Baarmoederkanker kan voorkomen worden door een konijntje op jonge leeftijd te laten opereren. Tijdens deze operatie worden de eierstokken en eventueel de baarmoeder verwijderd. Dit is in principe een castratie, maar wordt vaak in de volksmond sterilisatie genoemd. Bij castratie wordt een dier niet alleen onvruchtbaar gemaakt, maar worden ook de geslachtshormonen weggehaald, terwijl bij sterilisatie een dier alleen onvruchtbaar wordt gemaakt.
Als een dier niet gesteriliseerd is en er wordt baarmoederkanker vastgesteld in een vroeg stadium kan een dier nog geopereerd worden en kan de baarmoeder verwijderd worden. Als er al sprake is van uitzaaiingen is geen behandeling meer mogelijk (op dit moment).