VHD
VHD is een virusziekte die bij de wilde konijnen in Nederland voorkomt. De meeste konijnen die besmet worden overlijden vrij snel zonder dat ze duidelijk ziek zijn geweest. Als ze wel ziek zijn dan is het vaak dat ze wat sloom zijn en niet willen eten en eventueel koorts, benauwdheid en bloed uit de neus hebben. Het virus kan overgebracht worden via besmet voedsel of water (bijvoorbeeld door gras uit de berm te nemen waar ook andere konijnen komen) of door besmette muggen en vliegen. Konijnen kunnen tegen VHD beschermd worden door een inenting. Aangezien ook konijnen die binnenzitten in aanraking kunnen komen met muggen en vliegen, is het verstandig om alle konijnen jaarlijks in te enten tegen VHD.
Myxomatose
Myxomatose is ook een virusziekte die bij wilde konijnen in Nederland voorkomt. Als konijnen met dit virus besmet raken ontstaan er over het hele lichaam zwellingen in de huid, de meeste zwellingen zijn te vinden op het hoofd en rond de oogleden. Als konijnen besmet zijn overlijden ze vaak uiteindelijk ook aan deze ziekte. Konijnen kunnen tegen myxomatose beschermd worden door een inenting.
Het virus wordt overgebracht via vlooien en muggen. Daarom kunnen wederom konijnen die binnenzitten alsnog besmet worden met myxomatose. Het is daarom verstandig om konijnen ook tegen deze ziekte in te enten.
E. cuniculi
E. cuniculi is een parasiet die onder andere kan leiden tot een hersenvliesontsteking. Verder kan het ook leiden tot bijvoorbeeld nierproblemen. Konijnen kunnen besmet zijn met deze parasiet zonder dat er iets te zien is aan ze. Na een periode van stress kunnen er plotseling verschijnselen op gaan treden. Een periode van stress kan bijvoorbeeld een ziekte zijn, maar ook een verandering van omgeving, vakantie, nieuwe huisgenoten.
De meest voorkomende verschijnselen zijn een scheef hoofd, evenwichtsstoornissen en omvallen. Maar er kan ook vermagering of urine incontinentie optreden. E. cuniculi kan behandeld worden met een antiparasiticum (fenbandazol, fenbendrops®) waardoor de symptomen kunnen verminderen of verdwijnen, maar de parasiet kan niet helemaal weg gekregen worden. Dit houdt in dat als een besmet konijn in de toekomst weer een periode van stress heeft, de parasiet weer actief kan worden en de verschijnselen weer terug kunnen komen. Verder wordt met het antiparasiticum de parasiet bestreden, maar blijft de schade die de parasiet veroorzaakt heeft bestaan. Het kan dus zijn dat er restverschijnselen aanwezig blijven, zoals bijvoorbeeld een scheef hoofd. Tegen E. cuniculi bestaat nog geen vaccinatie.