De ziekte van Weil (Leptospirose) bij de hond en het risico voor de mens
Wat is Leptospirose?
Leptospirose, ook wel de ziekte van Weil genoemd, is een bacteriële infectie die wordt veroorzaakt door leptospiren en die wereldwijd voorkomt bij onder andere knaagdieren, rundvee, honden en mensen. Afhankelijk van het geografisch gebied komen verschillende typen leptospirose veroorzakende bacteriën voor. Diverse diersoorten, waaronder ratten en muizen, fungeren als reservoir voor de bacteriën. Zij vertonen geen ziekteverschijnselen, maar zorgen wel voor verspreiding van de bacteriën. De bacteriën vestigen zich in de nieren van besmette zoogdieren, vanwaar zij via de urine in het milieu terechtkomen. In water – met name stilstaand en traag stromend water – en vochtige grond kunnen deze bacteriën maanden overleven, zeker als de omgevingstemperatuur gemiddeld tot hoog is. Echte hitte, droogte en vorst overleven ze niet.
Hoe raakt een hond besmet?
Infectie treedt op door contact van de (intacte) slijmvliezen of beschadigde huid met de urine van een geïnfecteerd dier of met besmet water of besmette grond. Overdracht kan ook optreden door bloed-bloed contact.
Zwemmen, drinken uit natuurlijke waterbronnen en lopen door gebieden waar veel knaagdieren komen leiden dan ook tot een verhoogd risico op infectie. Daarnaast vormt blootstelling aan wildlife, zoals bij honden die meedoen aan de jacht, een groot risico op de ontwikkeling van leptospirose.
Bij honden die in steden leven, niet zwemmen en niet meedoen aan de jacht komt ook leptospirose voor! Het (nachtelijk) bezoek van ratten en muizen aan steden is voldoende om grond te besmetten en leptospirose bij honden te veroorzaken.
Het grootste aantal geïnfecteerde honden wordt gezien in de zomer en herfst.
Symptomen
Na het binnendringen in het lichaam gaan de bacteriën zich in de bloedbaan in hoog tempo vermenigvuldigen. Ze verspreiden zich over veel verschillende organen, waarbij ze schade aanrichten. Het klinisch beeld verschilt per dier. Vaak duurt het 5-15 dagen voordat de eerste symptomen optreden en de verschijnselen houden vervolgens enkele dagen tot 2 weken aan.
Afhankelijk van de mate van orgaanschade kan leptospirose subklinisch zijn (geen symptomen), kan het gepaard gaan met milde griepverschijnselen en kan het een veel ernstiger ziektebeeld geven, waarbij nierfalen en leverfalen het bekendst zijn. Acute koorts, sloomheid, niet willen eten, tekenen van een slechte bloedstolling (bloeduitstortingen / bloed in de urine of ontlasting / bloed braken / bloedneus), braken, geelzucht, veel drinken en veel plassen, maar soms ook het totaal niet meer plassen worden daarbij het vaakst gezien. Een enkele keer treedt sterfte op.
Diagnostiek
Het bevestigen van leptospirose is niet eenvoudig. Bloedonderzoek naar antistoffen tegen deze bacteriën kan worden uitgevoerd. Zeker bij dieren die recent zijn gevaccineerd kan interpretatie van de uitslag echter lastig zijn. Vaak wordt deze test dan ook gecombineerd met het rechtstreeks aantonen van stukjes bacterie (antigenen) in de urine of in de bloedbaan (PCR-test). Het kweken van de bacterie, hetgeen het meest voor de hand liggend lijkt, gaat zeer moeizaam en kan maanden duren en wordt dan ook zelden gedaan.
Naast het aantonen van de infectie is het belangrijk dat de mate van orgaanschade wordt beoordeeld. Bloed- en urine onderzoek en beeldvorming zoals echografie is daarom verstandig.
Therapie
Bestaat er een sterke verdenking op leptospirose, dan is direct starten met een therapie noodzakelijk! Door eerst een diagnose af te wachten blijft de hond in de tussentijd bacteriën in de urine uitscheiden, waardoor het risico op infectie van de mens fors stijgt. Daarnaast is de prognose voor het dier veel gunstiger wanneer snel een behandeling wordt ingesteld.
Antibiotica zijn nodig om de bacteriën in het lichaam te doden en om de uitscheiding van bacteriën in de urine te doen stoppen. Het dagelijks monitoren van bloedwaarden, bloeddruk en urine is van belang voor een juiste behandeling. Wanneer leptospirose gepaard gaat met uitgebreide orgaanschade is intensieve therapie noodzakelijk. Daarbij wordt geprobeerd om alle beschadigde organen zoveel mogelijk te ondersteunen en problemen zoals uitdroging, pijn, misselijkheid, anorexie en bloedarmoede te bestrijden.
Hoe gevaarlijk is een hond met leptospirose voor de mens?
Leptospirose bij de mens wordt voor een deel van de gevallen veroorzaakt door dezelfde typen als waar de hond mee kan worden geïnfecteerd. Doordat overdracht van bacteriën uit de besmette urine van honden naar mensen plaats kan vinden via contact met slijmvliezen (ogen, neus, mond) en beschadigde huid, zijn strikte hygiëne maatregelen noodzakelijk bij de verzorging van een geïnfecteerde hond. Het dragen van handschoenen, een bril en een masker over mond en neus bij het aanraken van de hond en diens urine of bloed is de eerste dag (tot maximaal enkele dagen) na inzetten van de therapie noodzakelijk. Grondige schoonmaak van de leefomgeving met gewone reinigingsmiddelen volstaat.
Mensen die in contact zijn gekomen met (urine of bloed van) een hond met leptospirose dienen gedurende 4 weken goed op te letten of zij geen ziekteverschijnselen van leptospirose ontwikkelen. Bij koorts en griepverschijnselen moet direct een huisarts worden geraadpleegd, waarbij de mogelijkheid van leptospirose wordt vermeld. Bij zwangeren en mensen met een verminderd afweerapparaat kan door een huisarts worden besloten tot het inzetten van antibiotica na contact met een met leptospiren geïnfecteerde hond. Ditzelfde geldt voor gezonde mensen die in aanraking zijn gekomen met grote hoeveelheden besmette urine of bloed.
Prognose en controles
Wat de precieze prognose is verschilt per dier. Wel is bekend dat hoe geringer de orgaanschade is en hoe sneller een passende therapie wordt ingezet, hoe beter de prognose is. Blijvende orgaanschade zoals bijvoorbeeld aan de nieren is mogelijk en het uitvoeren van frequente controles is dan ook belangrijk.
Besmettelijk voor andere honden in huis?
Een hond die in hetzelfde huis leeft als de hond die leptospirose heeft, is in direct contact geweest met de geïnfecteerde hond. Daarnaast heeft die hond naar alle waarschijnlijkheid aan exact dezelfde risicofactoren blootgesteld gestaan als de hond die ziek is. Daarom wordt geadviseerd om andere honden in huis ook eenzelfde antibioticumkuur toe te dienen.
Vaccinatie
Door een hond te vaccineren wordt de kans op het optreden van leptospirose zeer sterk verkleind. Vaccinatie biedt helaas nooit 100% bescherming, maar als er ondanks vaccinatie toch infectie optreedt, dan zijn de symptomen bij de hond veel milder en is de kans op het uitscheiden van bacteriën in de urine minimaal. Hierdoor is de prognose voor de hond veel gunstiger en is het risico op infectie van de mens te verwaarlozen!
Bij pups en bij honden die langer dan 1,5 jaar niet zijn gevaccineerd tegen leptospirose zijn twee basisvaccinaties met 3 weken tussentijd nodig om gedurende een jaar lang goede bescherming te bieden. Na deze basisvaccinatie blijft jaarlijkse hervaccinatie gedurende de rest van het leven nodig.
Redelijk recent is aangetoond dat in (Noord-)Europa een verschuiving is opgetreden in de typen bacteriën die leptospirose bij de hond veroorzaken. De ‘oude’ vaccins boden geen bescherming tegen deze nieuwe typen bacteriën. Nieuwe vaccins zijn daarom ontwikkeld die wel hiertegen beschermen.
Aanvullende informatie over leptospirose bij de mens
Het is onbekend hoe vaak leptospirose zich bij de mens voordoet, aangezien de ziekte in een groot aantal gevallen slechts gepaard gaat met (milde) griepverschijnselen waarnaar geen onderzoek wordt verricht.
Honden kunnen optreden als bron van infectie voor de mens, waarbij contact van bacteriën met de slijmvliezen of beschadigde huid van de mens leidt tot overdracht van de ziekte. Doordat honden echter ook zonder ziekteverschijnselen te vertonen leptospirose bacteriën kunnen uitscheiden in de urine, kan besmetting van de mens ongemerkt optreden.
Naast overdracht door direct contact met een besmet dier vormt contact met door geïnfecteerde dieren besmette grond of besmet water bij mensen als gevolg van beroep of recreatie (zwemmen, kanoën, vissen) een belangrijke infectie route. Het grootste aantal infecties bij de mens ligt in de nazomer en herfst.
Binnen ongeveer 3 weken na het oplopen van een leptospirose infectie ontwikkelen mensen meestal (milde) griepverschijnselen zoals koorts, spierpijn en buikpijn. Bij sommige mensen treedt echter nierfalen en/of leverfalen op en ook andere organen kunnen beschadigd raken.
Het jaarlijks vaccineren van honden tegen leptospirose en het onder controle brengen/houden van de knaagdierpopulatie zijn twee zaken die van groot belang zijn bij de preventie van deze ziekte.
Last update: July 2015
Copyright: VetVisuals® International