Kennelhoest

Wat is kennelhoest?

Kennelhoest is een verzamelnaam voor een infectie aan de voorste luchtwegen bij de hond, die veroorzaakt kan worden door meerdere bacteriën en/of virussen.

De voorste luchtwegen van de hond zijn de neusholte, het strottenhoofd met de stembanden, de luchtpijp en de hoofdvertakkingen van de bronchiën. Kennelhoest uit zich vooral door hevige hoestbuien die kunnen overgaan in kokhalzen en soms zelfs braken. Daarnaast kan er ook sprake zijn van niezen, neusuitvloeiing en tranende ogen. Meestal voelen de honden zich niet heel erg ziek, maar wel een beetje ‘down’.

Hoe krijgt een hond kennelhoest?

Kennelhoest kan worden veroorzaakt door verschillende virussen en bacteriën, de meest belangrijke hiervan zijn Parainfluenza (een virus) en Bordetella Bronchiseptica (een bacterie). Als honden in contact komen met een besmette hond, kunnen ze ook besmet worden. Hoe meer honden er samen komen en hoe langer en intensiever het contact, hoe groter de kans dat een besmetting op een andere hond overgaat. Dus honden die komen op plaatsen waar veel honden samen komen, zoals in een hondenpension, in een asiel, bij een uitlaatservice, bij een hondenschool, bij een hondenschool etc., lopen meer kans om kennelhoest op te lopen.

De ziekteverwekkers worden van op hond op hond overgedragen via minuscuul kleine druppels in de lucht (niezen en hoesten) of via direct contact (likken en snuffelen). Naast het in contact komen met de bacterie of het virus spelen ook individuele gevoeligheid en stress een rol bij het ontstaan van kennelhoest. Als een dier gestrestst is (bijvoorbeeld door het verblijf in een pension) neemt de weerstand af en kan een dier makkelijker ziek worden.

Bij opname in een pension voor meerdere dagen of weken in bijvoorbeeld het hoogseizoen is de kans op besmetting en ziekteverschijnselen zeer reëel. Steeds meer mensen brengen hun honden naar een dagopvang of uitlaatcentrum en ook hier wordt de kans dan groot dat er op enig moment contact is met de verwekkers van kennelhoest. Vooral pups, oudere honden , kortsnuitige honden of kleine toyrassen hebben een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van kennelhoest.

Wat is het gevaar van kennelhoest?

Meestal verloopt een kennelhoest infectie vrij mild. De klachten bestaan vooral uit hoesten, dat erger wordt als ze zich druk maken. Het hoesten verdwijnt over het algemeen weer na zo’n 2 weken. In die tijd is het wel verstandig om uw hond rustig te houden (aangezien opwinding leidt tot hoesten) en het liefst niet aan een halsband uit te laten. Het is beter om een borsttuig te gebruiken, omdat er dan geen irritatie van de luchtpijp plaats vindt, zoals bij trekken aan een halsband.

Verder is het verstandig om uw hond niet mee te nemen naar plaatsen waar meerdere honden samenkomen en zeker niet in contact te laten komen met pups.

Maar soms kan de infectie zeer hardnekkig zijn en wekenlang aanhouden. Ook kan de infectie uitmonden in een bronchitis, een longontsteking of in chronisch hoesten. Met name pups kunnen er flink ziek van worden. En ook de kortsnuitige rassen kunnen ernstige benauwdheidsklachten krijgen bij een kennelhoest infectie.

Hoe wordt kennelhoest behandeld?

Als het hoesten niet te ernstig is, is er meestal geen behandeling nodig, naast het rust houden en tijdelijk geen halsband te gebruiken. Rust is belangrijk voor de genezing, want hoe meer een hond met kennelhoest hijgt en blaft, hoe meer de luchtwegen geïrriteerd kunnen blijven en hoe langer de hoest aanhoudt.

Soms wordt een slijmverdunner om het hoesten te vergemakkelijken als er sprake is van vastzittend slijm. Daarnaast kan ook een hoestdrank voorgeschreven worden om hoestbuien te onderdrukken of te bekorten.

Als de klachten ernstiger zijn, een dier er duidelijk ziek van is, of als er bijvoorbeeld aanwijzingen zijn voor een beginnende bronchitis of longontsteking kan er ook antibiotica voorgeschreven worden.

Hoe wordt kennelhoest voorkomen?

Een hond kan tegen kennelhoest gevaccineerd worden, het vaccin stimuleert de vorming van bescherming tegen parainfluenza virus en tegen bordatella bronchisepticum. Pups worden in principe standaard ingeënt tegen kennelhoest. Daarnaast wordt geadviseerd om alle honden die naar een pension, kennel, hondenschool en honden uitlaatservice gaan te laten inenten. En ook de honden met een verhoogd risico, zoals oude honden, honden die in het verleden ziek zijn geweest van kennelhoest en de honden met een korte snuit (zoals de buldoggen).

De vaccinatie kan geen 100% bescherming bieden tegen een infectie, omdat er meerdere varianten van verwekkers mogelijk zijn (denk aan het griepvirus bij de mens). Wel lopen gevaccineerde honden veel minder kans op een infectie als ze in aanraking komen met het virus of de bacterie. En als ze toch een infectie oplopen zijn ze veel minder ziek.

Daarom stellen bijna alle pensions de eis dat de honden worden gevaccineerd tegen kennelhoest. Hoewel de vaccinatie officieel een jaar geldig is, stellen sommige pensions de eis dat een vaccinatie in het hoogseizoen niet ouder is dan 6 maanden.

De vaccinatie kan op 2 manieren toegediend worden: d.m.v. een druppel in de neus of d.m.v. een injectie. Bij de druppel in de neus wordt een verzwakte, maar levende variant van de ziekteverwekkers direct op het slijmvlies aangebracht. Het idee hiervan is dat er een betere lokale bescherming opgebouwd wordt dan bij een injectie vaccinatie. De neusdruppel vaccinatie moet minimaal 2 weken voor het verblijf in een pension gegeven worden. De injectie tegen kennelhoest moet bij de 1e vaccinatie na 2 weken herhaald worden. Honden kunnen op de injectieplek een zwelling krijgen die meestal na een paar weken weer helemaal weggetrokken is.

Wij gebruiken op dit moment voornamelijk de neusdruppel vaccinatie.

Reacties zijn gesloten.