Kitten informatie

Er komt heel wat kijken bij een kitten die net nieuw in huis komt. Als eigenaar moet u uw nieuwe huisdier leren kennen en uw kitten moet ook heel veel leren. Om u te helpen hebben we een aantal informatiebrieven voor u gemaakt en willen we u op de hoogte brengen van ons kitten abonnement en het spaarplan.

Kitten abonnement

Wij willen u als eigenaar van een kitten een nieuwe service aanbieden, het zogenaamde kitten abonnement. Hierbij betaalt u een vast bedrag voor de preventieve zorg in het eerste jaar van uw kat. U kunt ervoor kiezen om het bedrag in 1x te voldoen, maar u mag het ook in 2 tot 3 termijnen betalen.

Wat valt er onder het abonnement:

  • Controle van uw kitten op 9 en 12 weken. Uw kat wordt uitgebreid gecontroleerd en er wordt besproken hoe het gaat. We geven tijdens deze controles ook zoveel mogelijk informatie om u te helpen bij de opvoeding en verzorging van uw kitten.
  • Vaccinatie op 9 en 12 weken. Katten worden op 9 en 12 weken ingeënt tegen niesziekte en tegen kattenziekte.
  • (Meer informatie over de verschillende kattenziektes waartegen we vaccineren kunt u hier vinden.)
  • Controle door een assistente op 4,5 maand leeftijd.
  • Vaccinatieboekje
  • Chippen
  • Sterilisatie / castratie, meestal tussen de 6 en 12 maanden, het kan ook op iets latere leeftijd.
  • 10% korting op alle overige behandelingen, diensten en producten afgenomen in de praktijk. Hieronder vallen bijvoorbeeld ontwormingsmiddelen, vlooiendruppels, maar ook voeding.

De kosten van een kitten abonnement voor een kater bedragen 250 euro.
De kosten voor een poes zijn 310 euro.
Het verschil in prijs wordt veroorzaakt door het feit dat de operatie van een poes voor sterilisatie uitgebreider is dan de ingreep voor een castratie van een kater. Bij twee kittens krijgt u 20 euro korting op het tweede abonnement.

In deze prijzen is 10% korting verwerkt.

U hoeft niet meteen bij het eerste consult te besluiten om een abonnement af te sluiten. Als u het bij het tweede consult besluit, dan werkt het met terugwerkende kracht. Dat wil zeggen dat u met terugwerkende kracht 10% korting krijgt over het eerste bezoek en dat het al betaalde bedrag verrekend wordt met de kosten van het abonnement.

Na een jaar kunt u ervoor kiezen om het abonnement voor te zetten in een aangepaste vorm, namelijk een spaarplan.

Spaarplan

Per 1 januari 2014 bieden wij een nieuwe service aan: een spaarplan voor diergeneeskundige zorg in onze praktijk.

Met het spaarplan kunt u maandelijks sparen voor de jaarlijkse gezondheidscontrole en nodige vaccinaties en een eventuele behandeling van ziekten en/of ongevallen.
De bedoeling van het spaarplan is dat u maandelijks een vast bedrag spaart. Het bedrag wordt in overleg met u bepaald. U kunt al meedoen met een bedrag van € 5,– per maand per dier. Het gespaarde bedrag wordt bij de gegevens van uw dier genoteerd. Als u naar onze kliniek komt kunt u het gespaarde bedrag opnemen om de rekening te voldoen. Daarnaast krijgt u 10% korting op alle afgenomen diensten en producten. Dat kan jaarlijks behoorlijk schelen op de kosten voor uw dier!
Verder spreidt u de kosten door maandelijks een klein bedrag te betalen, zodat u niet in één keer een groot bedrag kwijt bent.

Gemiddeld genomen zijn de kosten voor de preventieve diergeneeskundige zorg, dus als het dier niet ziek is, tussen de 60 € en de 160 € per jaar. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van welke vaccinaties er nodig zijn en of u ook gebruik maakt van parasietenbestrijding, zoals ontworming en vlooien- en tekenmiddelen.
Daarnaast kunnen er kosten zijn voor ziekten en/of ongevallen.  Voor de ziektekosten kunnen dieren verzekerd worden, er zijn ook verzekeringen die de preventieve zorg verzekeren.
Het vervelende bij een ziekte is dat het vaak onverwachts komt. De kosten die voor de behandeling nodig zijn, kunnen dan soms ook slecht uitkomen. Daarvoor kan het spaarplan uitkomst bieden.

Het bedrag dat u voor de behandelingen van uw dier spaart blijft van u. Als er een reden is

dat u geen gebruik meer wilt maken van het spaarplan, bijvoorbeeld i.v.m. een verhuizing, kunt u uw geld weer opnemen. Let wel, als u het spaarplan opzegt vervalt de 10% korting ook.
Als u meerdere dieren heeft is het de bedoeling dat u voor alle dieren een spaarplan afsluit. Als u meer dan 3 dieren heeft kunt u contact opnemen over een aangepaste regeling.

Naast dit spaarplan kunt u ook een ziektekostenverzekering voor uw dier nemen of houden, omdat de nota’s na de behandeling bij de verzekeraars alsnog gedeclareerd kunnen worden.

Inentingen

Kittens kunnen ingeënt worden tegen katten- en niesziekte. Op jonge leeftijd hebben ze nog bescherming door afweerstoffen die ze via de moedermelk binnen gekregen hebben, maar vanaf zo’n 8-9 weken is deze bescherming verdwenen. Dat is het moment dat we onze kittens in kunnen enten, om te zorgen dat ze hun eigen afweer op kunnen gaan bouwen. Niesziekte komt heel veel voor en katten, zelfs binnenkatten, kunnen het gemakkelijk oplopen. Katten en dan vooral ook kittens, kunnen ernstig ziek worden van niesziekte. En als ze een niesziekte-infectie hebben opgelopen kunnen ze ook een drager van de niesziekte worden, waardoor ze hun hele leven regelmatig last zullen hebben van deze infectie. Kattenziekte komt sinds kort ook weer in Nederland voor. Een infectie met kattenziekte verloopt over het algemeen dodelijk!

Kittens kunnen dus op 9 weken leeftijd ingeënt worden. Voor het opbouwen van voldoende afweer is het belangrijk dat deze inenting herhaald wordt op 12 weken en daarna op 1 jaar leeftijd.

Als een kat mee gaat naar het buitenland zal hij/zij ook ingeënt moeten worden tegen hondsdolheid. Deze enting kan vanaf 12 weken leeftijd gegeven worden en is een jaar geldig.

Ontwormen

wormen

Kittens kunnen via hun moeder besmet worden met spoelwormen. De meeste volwassen katten dragen spoelwormen bij zich en bij een zwangere poes gaan de larfjes van deze spoelwormen naar de melkklieren. Via de melk worden de kittens weer besmet. Het officiële ontwormingsschema voor kittens is ontwormen op 4, 6 en 8 weken leeftijd en daarna elke maand totdat ze half jaar zijn.

Vlooienbestrijding

Heel regelmatig zien we bij jonge kittens al vlooien. Jonge kittens (voor 8 weken leeftijd) mogen nog alleen met de Frontline spray behandeld worden tegen vlooien. Vanaf 6 weken leeftijd en als ze meer wegen dan 600 gram kunnen ze ook behandeld worden met Stronghold. Dit is een druppel die op de huid in de nek gegeven wordt (een zogenaamde spot on). Als ze wat ouder worden (vanaf 8 weken leeftijd) en zwaarder zijn dan een kilo kunnen ze ook behandeld gaan worden met andere druppels in de nek. Als de kittens nog bij de moederpoes zijn, kan de moederpoes behandeld worden met een spot on. Op deze manier worden indirect de kittens ook behandeld.

Chippen

We adviseren om alle katten te laten chippen, ook de katten die niet buitenkomen. Er kan altijd een ongelukje gebeuren waardoor een kat ontsnapt en dan is het fijn als hij of zij gechipt is. Voor katten die buitenkomen is het helemaal verstandig om ze te laten chippen. Een ongeluk zit in een klein hoekje en als er iets gebeurd met uw kat is het fijn als er zo snel mogelijk contact met u opgenomen kan worden.

Als uw kat al vrij snel naar buiten gaat, is het verstandig om bij de 2e inenting, rond de 12 weken, uw kat te laten chippen. Als uw kat binnenblijft totdat hij of zij geholpen is, kan het chippen ook uitgesteld worden tot tijdens de castratie of sterilisatie.

Chippen gebeurd met een holle naald waarmee onder de huid een kleine transponder geplaatst wordt. Deze transponder is kleiner dan een rijstekorrel en bevat een barcode. Deze barcode wordt gekoppeld aan de gegevens van de kat en de eigenaar. De chip is gemaakt van inert materiaal, wat inhoudt dat het lichaam er niet op reageert en dat een kat er dus ook geen last van zal hebben. Soms is de chip onder de huid te voelen.

Er zijn ook sommige kattenluikjes die reageren op een chip. Op die manier kan voorkomen worden dat vreemde katten binnenkomen.

Sterilisatie en castratie

Poesjes kunnen al rond een half jaar leeftijd voor het eerst krols worden. Dit hangt wel van het jaargetijde af. Als een poesje 6 maanden is in december, zal zij waarschijnlijk pas in februari of begin maart voor het eerst krols worden.

Als u geen nestje met uw kat wilt hebben kan een poesje dus rond deze leeftijd geholpen worden. Zeker bij katten die al buitenkomen is het verstandig om niet langer te wachten.

Katers kunnen ook vanaf een half jaar gecastreerd worden. U kunt ook wat langer wachten als de kater nog weinig ontwikkeld is . Op een half jaar laten castreren heeft geen gezondheidseffecten, maar heeft wel effect op het uiterlijk van uw kater. Een op een half jaar leeftijd gecastreerde kater blijft smaller van bouw en houdt een smallere kop dan een kater die wat later geholpen wordt. Maar zodra de urine gaat ruiken en uw kater in huis gaat plassen is het verstandig om hem direct te laten helpen.

Ook hier geldt weer dat als uw kater al buitenkomt terwijl het voorjaar eraan komt, het verstandig is om hem op tijd te laten helpen om problemen te voorkomen. Ongecastreerde katers gaan namelijk rondzwerven en hebben een grotere kans op aanrijdingen en vechtpartijen

Meer informatie over sterilisatie en castratie kunt u vinden op onze website bij sterilisatie en castratie poes.

Als u meer kittens heeft is het verstandig om ze op het zelfde moment te laten helpen om stress tussen de dieren te voorkomen. Een kat die geopereerd is,ruikt anders en gedraagt zich anders (door de narcose) en dit kan veel stress opleveren in huis.

Verzekering

Een nieuw kitten in huis is het moment om over een verzekering na te denken, zeker voor katten die straks naar buiten gaan. Een ongeluk zit in een klein hoekje, we zien bijvoorbeeld regelmatig katten met een gebroken poot. De kosten kunnen dan snel oplopen. Op de website www.verzekerjehuisdier.nl kunt u de verschillende verzekeringen vergelijken qua prijs en qua voorwaarden.

Naar buiten

Sommige katten zijn altijd buiten, terwijl anderen nooit buiten komen. Het is verstandig om een kitten in ieder geval de eerste paar weken (het liefst tot na de 2e inenting) binnen te laten blijven. Daarna kan een kat langzaam buiten gaan wennen. Andere mensen kiezen ervoor een om een kitten het eerste half jaar binnen te houden totdat ze geholpen zijn.

In het begin is het aan te raden om samen met uw kitten naar buiten te gaan en hem/haar niet meteen helemaal los te laten gaan. Kittens moeten eerst goed thuis gewend en op hun gemak zijn voordat ze de grote buitenwereld gaan verkennen. Want dan kunnen we er ook op vertrouwen dat een kat weer terugkomt. Ook is het aan te raden om in het begin, als uw kat naar buiten gaat, deze nog niet ’s nachts buiten te laten.

Opvoeding en verzorging van een kitten

Een nieuw kitten in huis

Kitten

Als een kitten net in huis komt, is alles nieuw. Het hangt af van de situatie waar het kitten uit komt, hoe een kitten op de nieuwe omgeving zal reageren. In de eerste paar maanden kan en moet een kitten heel veel leren. Als ze in het nest al veel mee hebben gemaakt (bezoek, stofzuiger, kinderen), dan hoeven ze dat niet meer te leren. Maar als ze in een nestje in de schuur hebben gelegen is alles nieuw voor ze. Het is belangrijk om de eerste weken dat een kitten in huis is, hier veel tijd en aandacht aan te besteden. Katten kunnen wel degelijk dingen leren (zie ook Hoe leer ik mijn kitten goede manieren),maar het moet wel geleidelijk gebeuren. Dus niet de eerste dag meteen stofzuigen rond de kittens, kinderen in huis en de buurhond op bezoek.

De eerste paar dagen rustig laten wennen aan het huis en de nieuwe huisgenoten.

Op de kattenbak

Laat in het begin een kitten niet los door het huis lopen, maar hou hem of haar in 1 kamer zodat hij/zij even kan wennen. In deze kamer dan ook de kattenbak plaatsen (in het begin het liefst zonder kap erover). Hou er rekening mee dat sommige kittens kattenbakkorrel eten. Als u uw kat aan het kattengrit ziet eten, is het verstandig om in het begin geen korrel maar bijvoorbeeld geperste houtkorrels in de bak te doen. Het eten van kattenbakkorrel kan namelijk leiden tot verstopping.

De meeste kittens zijn al zindelijk als ze in huis komen. Vaak is het voldoende om ze een paar keer op de bak te zetten (vooral na bijvoorbeeld spelen, slapen of eten) en dan hebben ze het meestal al door.

Verzorging

Leer jonge kittens al zoveel mogelijk dingen. Zo is het veel makkelijker om een kitten te leren dat zijn nagels geknipt worden dan dit bij een volwassen kat te gaan proberen. Dus op jonge leeftijd hier al mee gaan oefenen, maar ook bijvoorbeeld met borstelen. Vooral bij langharige katten is het belangrijk dat ze dit accepteren en het liefst het ook nog leuk vinden.

Voeding

Er zijn heel veel verschillende kattenvoedingen op de markt en net zoveel verschillende meningen over wat het beste is voor een kat. Wat het belangrijkste is, is dat uw kat het op een voeding goed doet. Dus dat uw kat goed eet, goede ontlasting heeft, niet braakt, actief is en een glanzende vacht heeft.

Het is verstandig om het eerste half jaar kittenvoeding te geven aan uw kat. Als een kitten nog jong is, 5-6 weken oud, als het in huis komt, kan er in het begin nog kattenmelk bij gegeven worden. Maar vanaf 9-10 weken is dit niet meer nodig en kan hier dan ook mee gestopt worden.

Verder is het goed om vanaf het begin dat een kat in huis is, al te leren dat er niet altijd eten staat. We zijn gewend om altijd een bakje met brokjes voor onze katten te hebben staan. Maar in Nederland zijn heel veel katten te dik. En te dikke katten hebben een groter risico op het ontwikkelen van allerlei gezondheidsproblemen, zoals een hoge bloeddruk, suikerziekte, hartproblemen en gewrichtsproblemen. Kittens zijn erg actief en groeien snel. Ze hebben in het begin dan ook veel energie nodig. Maar als ze ouder worden, en zeker nadat ze geholpen zijn, gaat de stofwisseling omlaag en hebben ze veel minder energie nodig. Het is veel lastiger om een wat oudere kat te leren dat er niet meer onbeperkt eten staat om deze af te laten vallen, dan om jonge kittens al te leren dat soms een bakje leeg is. Als een kat dan wat ouder wordt en minder voer nodig heeft kan dit makkelijk aangepast worden.

We adviseren om zowel brok- als blikvoeding te geven. Katten zijn uit zichzelf slechte drinkers. In de natuur vangen katten de hele dag kleine prooidieren, zoals muizen en vogeltjes. Hun vocht halen ze grotendeels uit hun eten. In droogvoer zit maar 8% water, als een kat alleen brokken eet, krijgt hij of zij dus maar weinig vocht binnen via zijn eten. Daarnaast drinkt een kat natuurlijk wel wat, maar eigenlijk niet voldoende om aan hun vochtbehoefte te voldoen. Een kat van 4 kg zou bijvoorbeeld 150 ml water per dag binnen moeten krijgen.

Verder zijn de nieren van een kat erop ingesteld om goed te kunnen concentreren. Als een kat weinig vocht binnenkrijgt, hebben ze sterk geconcentreerde urine. En geconcentreerde urine is een belangrijke oorzaak van het ontstaan van blaasgruis bij de kat.

De makkelijkste manier om de vochtopname van een kat te stimuleren is om naast brokjes dagelijks wat nat voer te geven en dit het liefst aangemengd met wat water. Sommige katten vinden het lekkerder als het water gekookt is geweest. Als kittens dit vanaf het begin gewend zijn, is het vaak geen probleem. Maar als een kat altijd alleen maar brokken heeft gegeten, willen ze vaak geen blikvlees meer eten of krijgen ze hiervan diarree omdat hun lichaam het niet meer gewend is.

Katten zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld honden, echte vleeseters (carnivoren). Dat betekend dat ze ook echt vlees nodig hebben omdat ze anders te kort krijgen aan bijvoorbeeld bepaalde aminozuren. Een kat kan niet leven op hondenvoeding.

Sommige mensen willen hun kat graag rauwe voeding geven omdat dit natuurlijker zou zijn. Het risico van rauw vlees voeding is dat er snel tekorten op kunnen treden. Ook is het zo dat bij het invriezen van het rauwe vlees een aantal vitamines en aminozuren verdwijnt waardoor een kat te weinig van deze binnenkrijgt en daardoor problemen kan krijgen. Daarnaast is er nog een risico voor besmettingen met het voeren van rauw vlees. In rauw vlees zitten regelmatig gevaarlijke bacteriën zoals Salmonella en kunnen er ook parasieten in aanwezig zijn zoals Toxoplasma. Zeker bij jonge dieren bestaat er een risico dat ze hiervan ziek kunnen worden. Daarnaast kan er ook een risico zijn voor de omgeving, zeker als er jonge kinderen in huis zijn.

Als u uw kat rauw vlees wilt voeren is het verstandig om te zorgen voor een uitgebalanceerd dieet met een toevoeging van bepaalde vitamines. Als u hierover vragen heeft kunt u contact opnemen met de praktijk.

Hoe leer ik mijn kitten goede manieren?
10 Tips voor een goede socialisatie

bron: Catchy – Praktijk voor kattengedrag

  1. Een kat kun je het beste iets leren door hem te belonen voor goed gedrag. Geef hem aandacht, een voertje of aai hem. Doe dit consequent iedere keer als hij iets goed doet en de kat zal snel leren dat dit gedrag hem iets leuks oplevert. Straffen voor slecht gedrag is meestal niet zo effectief.
  2. Laat je kitten wennen aan alles waar hij later mee te maken krijgt. Bv. aan kammen,  in de bek kijken, de dierenarts, de vervoersmand,  kinderen, visite etc.  Bouw het langzaam op en beloon de kat als hij er rustig bij is. Zo krijgt de kat er een positieve associatie mee.
  3. Geef je kitten veel aandacht, minimaal 1 uur per dag, op een moment dat het u uitkomt. Spelen, aaien, knuffelen, kammen is allemaal aandacht. Zo voorkomt u dat de kat om aandacht gaat vragen op momenten dat het niet uitkomt, zoals bv. ‘s nachts.
  4. Speel niet met uw handen of voeten met het kitten. Het kitten krijgt dan een verkeerde associatie met handen als speelinstrument. Bovendien kan dit veel schade en pijn aan handen en voeten opleveren als de kat groter en sterker wordt. Speel liever met kattenspeeltjes of een touwtje.
  5. Zet voldoende kattenbakken neer. Vuistregel is: net zoveel bakken als het aantal katten in huis plus 1 extra. Zet de bak op een rustige plek, maar niet direct naast de voerbak. Zorg dat de bak goed toegankelijk is, groot genoeg is en ruim hem elke dag leeg. Beloon je kat als hij er gebruik van maakt.
  6. Zet meerdere krabpalen neer en beloon de kat als hij er gebruik van maakt. Doe tegelijkertijd dubbelzijdig plakband of aluminiumfolie (tijdelijk) op plekken waar de kat niet mag krabben, zoals bv. de bank. Dit voorkomt krabben op ongewenste plekken in huis.
  7. Maak voldoende slaapplekken voor de kat. Katten liggen graag op iets zachts (kussen, deken, handdoek), liefst in een hoekje, op een rustige plek. Ze liggen ook graag hoog dus overweeg het maken van planken.
  8. Als uw kat naar buiten mag, zorg er dan voor dat er een goed kattenluik is, liefst één die op chip werkt, zodat er geen buurtkatten binnen kunnen komen.
    Mag de kat niet naar buiten, zorg dan dat hij zich niet verveelt. Maak een plek waar de kat naar buiten kan kijken, geef veel aandacht en zorg voor voldoende kattenspeeltjes.
  9. Als uw kitten bedelt om eten leer hem dat meteen af door hem niets te voeren terwijl u aan tafel zit en geen aandacht te geven op dat moment (niet tegen praten, aankijken of aanraken).
  10. Springt uw kat op de tafel of het aanrecht en wilt u dit niet, leer hem dit meteen af. Zeg met harde stem nee, zet hem op de grond, en geef hem geen verdere aandacht. Laat ook geen eten liggen op tafel of aanrecht en blokkeer zoveel mogelijk de plek.

Reacties zijn gesloten.