Een nieuw kitten in huis
Als een kitten net in huis komt, is alles nieuw. Het hangt af van de situatie waar het kitten uit komt, hoe een kitten op de nieuwe omgeving zal reageren. In de eerste paar maanden kan en moet een kitten heel veel leren. Als ze in het nest al veel mee hebben gemaakt (bezoek, stofzuiger, kinderen), dan hoeven ze dat niet meer te leren. Maar als ze in een nestje in de schuur hebben gelegen is alles nieuw voor ze. Het is belangrijk om de eerste weken dat een kitten in huis is, hier veel tijd en aandacht aan te besteden. Katten kunnen wel degelijk dingen leren (zie ook Hoe leer ik mijn kitten goede manieren),maar het moet wel geleidelijk gebeuren. Dus niet de eerste dag meteen stofzuigen rond de kittens, kinderen in huis en de buurhond op bezoek.
De eerste paar dagen rustig laten wennen aan het huis en de nieuwe huisgenoten.
Op de kattenbak
Laat in het begin een kitten niet los door het huis lopen, maar hou hem of haar in 1 kamer zodat hij/zij even kan wennen. In deze kamer dan ook de kattenbak plaatsen (in het begin het liefst zonder kap erover). Hou er rekening mee dat sommige kittens kattenbakkorrel eten. Als u uw kat aan het kattengrit ziet eten, is het verstandig om in het begin geen korrel maar bijvoorbeeld geperste houtkorrels in de bak te doen. Het eten van kattenbakkorrel kan namelijk leiden tot verstopping.
De meeste kittens zijn al zindelijk als ze in huis komen. Vaak is het voldoende om ze een paar keer op de bak te zetten (vooral naar bijvoorbeeld spelen, slapen of eten) en dan hebben ze het meestal al door.
Verzorging
Leer jonge kittens al zoveel mogelijk dingen. Zo is het veel makkelijker om een kitten te leren dat zijn nagels geknipt worden dan dit bij een volwassen kat te gaan proberen. Dus op jonge leeftijd hier al mee gaan oefenen, maar ook bijvoorbeeld met borstelen. Vooral bij langharige katten is het belangrijk dat ze dit accepteren en het liefst het ook nog leuk vinden.
Voeding
Er zijn heel veel verschillende kattenvoedingen op de markt en net zoveel verschillende meningen over wat het beste is voor een kat. Wat het belangrijkste is, is dat uw kat het op een voeding goed doet. Dus dat uw kat goed eet, goede ontlasting heeft, niet braakt, actief is en een glanzende vacht heeft.
Het is verstandig om het eerste half jaar kittenvoeding te geven aan uw kat. Als een kitten nog jong is, 5-6 weken oud, als het in huis komt, kan er in het begin nog kattenmelk bij gegeven worden. Maar vanaf 9-10 weken is dit niet meer nodig en kan hier dan ook mee gestopt worden.
Verder is het goed om vanaf het begin dat een kat in huis is, al te leren dat er niet altijd eten staat. We zijn gewend om altijd een bakje met brokjes voor onze katten te hebben staan. Maar in Nederland zijn heel veel katten te dik. En te dikke katten hebben een groter risico op het ontwikkelen van allerlei gezondheidsproblemen, zoals een hoge bloeddruk, suikerziekte, hartproblemen en gewrichtsproblemen. Kittens zijn erg actief en groeien snel. Ze hebben in het begin dan ook veel energie nodig. Maar als ze ouder worden, en zeker nadat ze geholpen zijn, gaat de stofwisseling omlaag en hebben ze veel minder energie nodig. Het is veel lastiger om een wat oudere kat te leren dat er niet meer onbeperkt eten staat om deze af te laten vallen, dan om jonge kittens al te leren dat soms een bakje leeg is. Als een kat dan wat ouder wordt en minder voer nodig heeft kan dit makkelijk aangepast worden.
We adviseren om zowel brok- als blikvoeding te geven. Katten zijn uit zichzelf slechte drinkers. In de natuur vangen katten de hele dag kleine prooidieren, zoals muizen en vogeltjes. Hun vocht halen ze grotendeels uit hun eten. In droogvoer zit maar 8% water, als een kat alleen brokken eet, krijgt hij of zij dus maar weinig vocht binnen via zijn eten. Daarnaast drinkt een kat natuurlijk wel wat, maar eigenlijk niet voldoende om aan hun vochtbehoefte te voldoen. Een kat van 4 kg zou bijvoorbeeld 150 ml water per dag binnen moeten krijgen.
Verder zijn de nieren van een kat erop ingesteld om goed te kunnen concentreren. Als een kat weinig vocht binnenkrijgt, hebben ze sterk geconcentreerde urine. En geconcentreerde urine is een belangrijke oorzaak van het ontstaan van blaasgruis bij de kat.
De makkelijkste manier om de vochtopname van een kat te stimuleren is om naast brokjes dagelijks wat nat voer te geven en dit het liefst aangemengd met wat water. Sommige katten vinden het lekkerder als het water gekookt is geweest. Als kittens dit vanaf het begin gewend zijn, is het vaak geen probleem. Maar als een kat altijd alleen maar brokken heeft gegeten, willen ze vaak geen blikvlees meer eten of krijgen ze hiervan diarree omdat hun lichaam het niet meer gewend is.
Katten zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld honden, echte vleeseters (carnivoren). Dat betekend dat ze ook echt vlees nodig hebben omdat ze anders te kort krijgen aan bijvoorbeeld bepaalde aminozuren. Een kat kan niet leven op hondenvoeding omdat hier over het algemeen veel minder vlees in zit dan in kattenvoeding.
Sommige mensen willen hun kat graag rauwe voeding geven omdat dit natuurlijker zou zijn. Het risico van rauw vlees voeding is dat er snel tekorten op kunnen treden. Ook is het zo dat bij het invriezen van het rauwe vlees een aantal vitamines en aminozuren verdwijnt waardoor een kat te weinig van deze binnenkrijgt en daardoor problemen kan krijgen. Daarnaast is er nog een risico voor besmettingen met het voeren van rauw vlees. In rauw vlees zitten regelmatig gevaarlijke bacteriën zoals Salmonella en kunnen er ook parasieten in aanwezig zijn zoals Toxoplasma. Zeker bij jonge dieren bestaat er een risico dat ze hiervan ziek kunnen worden. Daarnaast kan er ook een risico zijn voor de omgeving, zeker als er jonge kinderen in huis zijn.
Als u uw kat rauw vlees wilt voeren is het verstandig om te zorgen voor een uitgebalanceerd dieet met een toevoeging van bepaalde vitamines. Als u hierover vragen heeft kunt u contact opnemen met de praktijk.
Naar buiten
Sommige katten zijn altijd buiten, terwijl anderen nooit buiten komen. Het is verstandig om een kitten in ieder geval de eerste paar weken (het liefst tot na de 2e inenting) binnen te laten blijven. Daarna kan een kat langzaam buiten gaan wennen. Andere mensen kiezen ervoor een om een kitten het eerste half jaar binnen te houden totdat ze geholpen zijn.
In het begin is het aan te raden om samen met uw kitten naar buiten te gaan en hem/haar niet meteen helemaal los te laten gaan. Kittens moeten eerst goed thuis gewend en op hun gemak zijn voordat ze de grote buitenwereld gaan verkennen. Want dan kunnen we er ook op vertrouwen dat een kat weer terugkomt. Ook is het aan te raden om in het begin, als uw kat naar buiten gaat, deze nog niet ’s nachts buiten te laten.
Chippen
We adviseren om alle katten te laten chippen, ook de katten die niet buitenkomen. Er kan altijd een ongelukje gebeuren waardoor een kat ontsnapt en dan is het fijn als hij of zij gechipt is. Voor katten die buitenkomen is het helemaal verstandig om ze te laten chippen. Een ongeluk zit in een klein hoekje en als er iets gebeurd met uw kat is het fijn als er zo snel mogelijk contact met u opgenomen kan worden.
Als uw kat al vrij snel naar buiten gaat, is het verstandig om bij de 2e inenting, rond de 12 weken, uw kat te laten chippen. Als uw kat binnenblijft totdat hij of zij geholpen is, kan het chippen ook uitgesteld worden tot tijdens de castratie of sterilisatie.
Chippen gebeurd met een holle naald waarmee onder de huid een kleine transponder geplaatst wordt. Deze transponder is kleiner dan een rijstekorrel en bevat een barcode. Deze barcode wordt gekoppeld aan de gegevens van de kat en de eigenaar. De chip is gemaakt van inert materiaal, wat inhoudt dat het lichaam er niet op reageert en dat een kat er dus ook geen last van zal hebben. Soms is de chip onder de huid te voelen.
Er zijn ook sommige kattenluikjes die reageren op een chip. Op die manier kan voorkomen worden dat vreemde katten binnenkomen.
Inentingen
Kittens kunnen ingeënt worden tegen katten- en niesziekte. Op jonge leeftijd hebben ze nog bescherming door afweerstoffen die ze via de moedermelk binnen gekregen hebben, maar vanaf zo’n 8-9 weken is deze bescherming verdwenen. Dat is het moment dat we onze kittens in kunnen enten, om te zorgen dat ze hun eigen afweer op kunnen gaan bouwen. Niesziekte komt heel veel voor en katten, zelfs binnenkatten, kunnen het gemakkelijk oplopen. Katten en dan vooral ook kittens, kunnen ernstig ziek worden van niesziekte. En als ze een niesziekte-infectie hebben opgelopen kunnen ze ook een drager van de niesziekte worden, waardoor ze hun hele leven regelmatig last zullen hebben van deze infectie. Kattenziekte komt sinds kort ook weer in Nederland voor. Een infectie met kattenziekte verloopt over het algemeen dodelijk!
Kittens kunnen dus op 9 weken leeftijd ingeënt worden. Voor het opbouwen van voldoende afweer is het belangrijk dat deze inenting herhaald wordt op 12 weken en daarna op 1 jaar leeftijd.
Als een kat mee gaat naar het buitenland zal hij/zij ook ingeënt moeten worden tegen hondsdolheid. Deze enting kan vanaf 12 weken leeftijd gegeven worden en is een jaar geldig.
Ontwormen
Kittens kunnen via hun moeder besmet worden met spoelwormen. De meeste volwassen katten dragen spoelwormen bij zich en bij een zwangere poes gaan de larfjes van deze spoelwormen naar de melkklieren. Via de melk worden de kittens weer besmet. Het officiële ontwormingsschema voor kittens is ontwormen op 4, 6 en 8 weken leeftijd en daarna elke maand totdat ze half jaar zijn.
Vlooienbestrijding
Heel regelmatig zien we bij jonge kittens al vlooien. Jonge kittens (voor 8 weken leeftijd) mogen nog alleen met de Frontline spray behandeld worden tegen vlooien. Vanaf 6 weken leeftijd en als ze meer wegen dan 600 gram kunnen ze ook behandeld worden met Stronghold. Dit is een druppel die op de huid in de nek gegeven wordt (een zogenaamde spot on). Als ze wat ouder worden (vanaf 8 weken leeftijd) en zwaarder zijn dan een kilo kunnen ze ook behandeld gaan worden met andere druppels in de nek. Als de kittens nog bij de moederpoes zijn, kan de moederpoes behandeld worden met een spot on. Op deze manier worden indirect de kittens ook behandeld.
Verzekering
Een nieuw kitten in huis is het moment om over een verzekering na te denken, zeker voor katten die straks naar buiten gaan. Een ongeluk zit in een klein hoekje, we zien bijvoorbeeld regelmatig katten met een gebroken poot. De kosten kunnen dan snel oplopen. Op de website www.verzekerjehuisdier.nl kunt u de verschillende verzekeringen vergelijken qua prijs en qua voorwaarden.
Sterilisatie en castratie
Poesjes kunnen al rond een half jaar leeftijd voor het eerst krols worden. Dit hangt wel van het jaargetijde af. Als een poesje 6 maanden is in december, zal zij waarschijnlijk pas in februari of begin maart voor het eerst krols worden.
Als u geen nestje met uw kat wilt hebben kan een poesje dus rond deze leeftijd geholpen worden. Zeker bij katten die al buitenkomen is het verstandig om niet langer te wachten.
Katers kunnen ook vanaf een half jaar gecastreerd worden. Ook hier geldt weer dat als uw kater al buitenkomt het verstandig is om hem op die leeftijd te laten helpen om problemen te voorkomen. Ongecastreerde katers gaan namelijk rondzwerven en hebben een grotere kans op aanrijdingen en vechtpartijen. Op een half jaar laten castreren heeft geen gezondheidseffecten, maar heeft wel effect op het uiterlijk van uw kater. Een op een half jaar leeftijd gecastreerde kater blijft smaller van bouw en houdt een smallere kop dan een kater die wat later geholpen wordt. Als uw kater binnen is en u vindt het prettig dat hij een echt kater uiterlijk krijgt kunt u wat langer wachten. Maar zodra de urine gaat ruiken en uw kater in huis gaat plassen is het verstandig om hem direct te laten helpen.
Meer informatie over sterilisatie en castratie kunt u vinden op onze website bij sterilisatie en castratie.
Als u meer kittens heeft is het verstandig om ze op het zelfde moment te laten helpen om stress tussen de dieren te voorkomen. Een kat die geopereerd is, ruikt anders en gedraagt zich anders (door de narcose) en dit kan veel stress opleveren in huis.